Programma Sociaal domein
2018 | 2018 | 2018 | 2018 | ||
---|---|---|---|---|---|
bedrag x € 1.000 | geraamd primitief | laatste wijziging | werkelijk | verschil | |
Lasten | 63.308 | 66.150 | 66.902 | -753 | N |
Baten | 16.779 | 16.568 | 16.894 | 326 | V |
Saldo | 46.529 | 49.582 | 50.008 | -427 | N |
Mutaties reserves | -104 | -1.847 | -2.181 | 335 | V |
Resultaat | 46.424 | 47.735 | 47.827 | -92 | N |
Nadelig saldo van baten en lasten van het programma Sociaal domein | € | 50.008.000 |
Ten opzichte van de gewijzigde begroting een nadeel van | € | 427.000 |
Procentueel is dit: | 0,90% | |
Wij verklaren dit verschil als volgt: |
Totale afwijking baten en lasten | € -427.000 | N | ||
Loonkosten eigen personeel | € 169.000 | V | ||
Kapitaallasten | € 19.000 | V | ||
Onderhoudskosten gebouwen (dekking res onderhoud) | € 199.000 | V | € 387.000 | V |
Totaal te verklaren afwijking | € -814.000 | N |
Toelichting
Participatie
Wij hebben een voordeel van € 262.000 op de inkomensregelingen bijstandsuitkeringen van € 262.000. Dit vooral door een hogere rijksbijdrage BUIG. Op basis van de BUIG mogen gemeenten overschotten houden en moeten zij tekorten zelf aanvullen. Het overschot wat wij in 2018 hebben voegen wij toe aan de reserve Sociaal domein. Zie verder mutaties reserves.
Wij hebben een voordeel van € 74.000 voor begeleide participatie. Dit betreft een lagere bijdrage Dethon als gevolg van hoger Lager Inkomens Voordeel (LIV). Daarnaast betreft het € 54.000 lagere bijdrage WSP/VOC door een goed tomatenseizoen bij het VOC. Bij het WSP betreft het hogere overige opbrengsten en lagere inleenkosten.
Op Arbeidsparticipatie hebben wij een voordeel van € 53.000. Dit betreft diverse posten op het onderdeel re-integratie.
Wmo
Wij hebben voordeel van € 2.377.000 op het onderdeel overige algemene kosten. Dit betreft het restant budget Wmo wat niet specifiek toegekend is aan de Wmo producten. Dit als gevolg van het budgettair neutraal ramen van de hogere rijksbijdrage Sociaal domein. Dit bedrag voegen wij toe aan de reserve Sociaal domein. Zie verder mutaties reserves.
Op het Taakveld 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ hebben wij voor- en nadelen. Dit betreft maatwerkvoorzieningen materieel (€ 32.000 V), maatwerkvoorzieningen immaterieel (€ 264.000 V), Vervoersvoorziening Wmo (€ 44.000 N) en PGB Wmo € 62.000 N). Bij de immateriële maatwerkvoorzieningen betreft het vooral onderdeel SROI (€ 66.000 V), begeleiding Werk naar Werk (368.000 V), huishoudelijke hulp (€ 246.000 V) en Wmo begeleiding (€ 398.000 N).
Het voordeel op de materiële maatwerkvoorzieningen Wmo van € 32.000 betreft vooral de onderdelen hulpmiddelen en woningaanpassing/-voorzieningen.
Wat de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Hulp en begeleiding/dagbesteding betreft laten onderstaande tabellen zien dat:
- Maatwerkvoorziening Huishoudelijke hulp licht is afgenomen. De voorlopige budgetten zijn toereikend geweest. Het voordeel wordt aangewend om het tekort op de Wmo begeleiding en algemene voorziening zo-net deels te dekken.
- Algemene voorziening zo-net ten opzichte van 2017 met 11.000 uur of 18% gestegen is.
- De totale stijging aan geleverde uren huishoudelijke hulp veroorzaakt wordt door de volumestijging bij zo-net
- Begeleiding en dagbesteding ten opzichte van 2017 eveneens is gestegen. Het voorlopige budget was daarom voor sommige zorgaanbieders niet voldoende. Deze worden hiervoor gecompenseerd omdat de zorg feitelijk geleverd is. Het tekort wordt deels gedekt door het overschot op huishoudelijke hulp. Het restant maakt onderdeel uit van de berekening van de mutatie voor de reserve Sociaal Domein.
Huishoudelijke hulp maatwerkvoorziening | Individuele Begeleiding | Spec. indiv. Begeleiding | Reguliere dagbesteding | Gespecialiseerde dagbesteding | Kortdurend verblijf | |
---|---|---|---|---|---|---|
uren | uren | uren | dagdelen | dagdelen | dagen | |
2018 | 95.559 | 36.861 | 10.203 | 54.869 | 7.369 | 251 |
mutatie 2018 | -779 | 1.046 | -471 | 4.941 | 1.774 | -49 |
2017 | 96.338 | 35.815 | 10.674 | 49.928 | 5.595 | 300 |
mutatie 2017 | -7.993 | 1.552 | 2.738 | 2.240 | -742 | 244 |
2016 | 104.331 | 34.263 | 7.936 | 47.688 | 6.337 | 56 |
mutatie 2016 | -11.888 | 7.891 | 1.243 | 15.888 | -1.296 | -52 |
2015 | 116.219 | 26.372 | 6.693 | 31.800 | 7.633 | 108 |
aanz zo-net | 2018 | 71.512 | ||
2017 | 60.549 | |||
2016 | 53.094 | |||
2015 | 23.896 | |||
29.198 |
aanz alpha | 2015 | 31.607 | ||
2014 | 61.502 |
Verloop totaal uren huishoudelijke hulp | ||
2018 | 167.071 | |
2017 | 156.887 | |
2016 | 157.425 | |
2015 | 171.722 | |
2014 | 189.565 |
Wij hebben voordeel op SROI van € 66.000 omdat nog niet alle afgesproken werkzaamheden door de verschillende opdrachtnemers van gemeentelijke aanbesteding zijn uitgevoerd. Deze lopen deels door in 2019. Dit voordeel valt weg tegen de lagere onttrekking aan de reserve SROI. Zie verder mutaties reserves.
Over de gelden SROI en begeleiding Werk naar Werk maakt het WSP doorlopend afspraken met werkgevers. Dit totdat deze middelen op zijn.
Het nadeel op vervoersvoorzieningen Wmo van € 44.000 bestaat uit hogere bestuurskosten door hogere aanbestedingskosten door inhuur een advocaat. Daarnaast is er meer gebruik gemaakt van het vervoer door meer reisbewegingen van ouderen.
Jeugdzorg
Wij hebben op de jeugdzorg een nadeel van € 4.077.000. Dit is een landelijk bekend probleem. De tekorten hebben twee oorzaken: namelijk gemeenten helpen meer kinderen en de zorg zelf is duurder. Het idee was dat gemeenten de jeugdzorg goedkoper en laagdrempeliger konden doen. Daarom kregen de gemeenten voor hun taak vanaf 2015 minder geld, een landelijke bezuiniging van 450 miljoen euro per jaar. Uit het onderzoek blijkt dat bijna geen enkele gemeente met dat krappere budget uitkomt. De groei zit bij alle vormen van jeugdzorg, zowel de lichte als de zware hulp.
Het tekort bevat een bedrag van € 759.000 voor het transformatiefonds sociaal domein. Dit bedrag kregen wij bij de Decembercirculaire 2018 Gemeentefonds en betaalden wij door aan de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland. Het restant nadeel valt grotendeels weg tegen de hogere onttrekking van € 3.282.000 aan de reserve sociaal domein. Dit omdat wij de jeugdzorg budgettair neutraal ramen.
Overige
Op het onderdeel minima hebben wij een voordeel van € 78.000. Dit betreft voor een bedrag van € 47.000 minimabeleid. Onderdeel hiervan zijn begrote lasten voor armoede bestrijding onder kinderen van 2018 die doorlopen in 2019. Hiervoor ontvangen wij jaarlijks een decentralisatie-uitkering van het Rijk. Daarnaast betreft het € 31.000 voordeel op kwijtschelding. Dit omdat Sabewa nog niet alle kwijtscheldingsverzoeken afhandelde in 2018.
Het doorlopen van lasten geldt ook voor het voordeel op schuldhulpverlening van € 64.000. Hiervoor ontvangen wij een decentralisatie-uitkering Armoede en schuld.
Ook het voordeel van € 43.000 op inburgering behoort tot deze categorie, waarbij de uitgaven doorlopen in 2019. Hiervoor ontvingen wij de decentralisatie-uitkeringen verhoogde instroom asielzoekers en maatschappelijke begeleiding.
Wij hebben een voordeel op accommodaties van € 55.000 vooral door een afrekening van energiebelasting over de jaren 2016 en 2017.
Mutaties reserves
Wij hebben nadeel door lagere onttrekking aan de reserves Armoedebestrijding kinderen € 40.000, Vluchtelingen/Asielzoekers € 30.000, SROI € 66.000, Verlengde jeugdzorg € 23.000. In alle gevallen zijn de lasten lager dan geraamd, en zo dus ook de onttrekkingen aan de reserves.
Daarnaast is er nadeel vanwege toevoeging van het overschot op de BUIG aan de reserve Participatiewet/BUIG.
Tenslotte is er een voordeel van € 785.000 door het saldo van de onttrekking en de toevoeging aan de reserve sociaal domein. Het voordeel betreft een onttrekking voor de jeugdzorg van € 3.282.000. Het nadeel betreft een lagere onttrekking van € 368.000 Werk naar Werk en € 20.000 voor Dethon en een toevoeging van het overschot op Wmo van € 2.109.000.