I Balans en Toelichting

Balans en toelichting

Totaal generaal

230.849

230.632

Totaal generaal

230.849

230.632

31-12-2018

31-12-2017

Gewaarborgde geldleningen

109.436

131.305

Toelichting op de balans

Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
De jaarrekening maakten we op met inachtneming van de verslagleggingsvoorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet. Hierin stelde de gemeenteraad op 15 december 2016 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast.

Voor investeringen van voor 1 januari 2004 (invoeringsdatum BBV) blijven de tot dan toe gehanteerde methodes gehandhaafd. Uitzonderingen hierop zijn de investeringen in rioleringswerken en onderwijshuisvesting. Daarvan hebben we de afschrijvingstermijnen aangepast.

Tot slot nemen wij aan de actiefzijde van de balans (buiten de balanstelling) het bedrag op waarvan het recht bestaat op verliescompensatie krachtens de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969.

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij betreffende balansposten anders is vermeld, nemen wij de activa en passiva op tegen nominale waarden. De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel lichten wij in het vervolg van deze jaarrekening toe.

De baten en lasten rekenen wij toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten nemen wij slechts op voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, nemen wij in acht indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend waren. Baten en lasten, waaronder ook begrepen heffing van de vennootschapsbelasting, worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag.

De leges omgevingsvergunningen verantwoorden wij in het jaar van de aanvraag of als de aanvraag per balansdatum nog in behandeling is, naar rato van de uitgevoerde werkzaamheden met betrekking tot deze aanvraag.

Dividendopbrengsten van deelnemingen verantwoorden wij als baten op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

In de jaarrekening namen we de algemene uitkering op volgens de in 2018 laatste gepubliceerde accresmededeling (septembercirculaire 2018). Bij de verwerking van de algemene uitkering gingen we uit van de beschikking van 28 november 2018 (betaalmaand twaalf).

Personeelslasten rekenen wij in principe toe aan het dienstjaar waarop ze betrekking hebben. Uitzondering hierop is de ziektekostenpremie voor gepensioneerden.

Persoonsgebonden budgetten (PGB) Jeugd en Wmo
De PGB’s zijn in de jaarrekening 2018 opgenomen volgens de projectbrief Rechtmatigheid 2018 van de SVB dd. 28 maart 2019.

Eigen bijdrage Centraal Administratie Kantoor (CAK)
De wetgever heeft bepaald dat het CAK de berekening, oplegging en incasso van de eigen bijdragen in het kader van de Wmo uitvoert. Als gevolg van privacy redenen hebben de gemeenten niet direct inzicht in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de cliënt en kunnen daarom de juistheid en volledigheid van de eigen bijdrage niet vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdrage door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdrage geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeente geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen krijgen.


BTW begraafplaatsen
Op dit moment is de btw op de gemeentelijke begraafplaatsen kostenverhogend. Dit betekent dat wij de btw niet kunnen compenseren bij het BTW-compensatiefonds. De gemeente Krimpen aan den IJssel procedeert over de vraag of zij de btw op de kosten van de aanleg, de renovatie, het onderhoud en de exploitatie van de gemeentelijke begraafplaatsen toch kan compenseren bij het BTW-compensatiefonds. Volgens de Belastingdienst heeft de gemeente hiervoor geen recht op compensatie van btw bij het BTW-compensatiefonds. In de uitspraak van 16 maart 2018 oordeelt het Gerechtshof Den Haag dat de gemeente de btw op de kosten van de exploitatie van gemeentelijke begraafplaatsen volledig kan compenseren bij het BTW-compensatiefonds. De Belastingdienst heeft beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad in zijn conclusie d.d. 28 februari 2019 om de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag te bevestigen en het door de Staatssecretaris van Financiën ingestelde cassatieberoep ongegrond te verklaren. Wij verwachten dat de Hoge Raad nog dit jaar uitspraak doet in deze zaak.
Als de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in 2019 bevestigt, dan kunnen alle gemeenten de btw op de kosten van de aanleg, de renovatie, het onderhoud en de exploitatie van begraafplaatsen die in rekening zijn gebracht compenseren bij het BTW-compensatiefonds. Door het aanvragen van nieuwe beschikkingen BTW-compensatiefonds voor de jaren 2014 tot en met 2018, kunnen de gemeenten ook de btw op de kosten van de gemeentelijke begraafplaatsen uit het verleden compenseren. Afhankelijk van het oordeel van de Hoge Raad, betekent dit ook voor ons een financieel voordeel. De btw op begraafplaatsen is niet langer kostenverhogend, maar compensabel bij het BTW-compensatiefonds. Wij volgen de ontwikkelingen nauwgezet.

Toelichting op de balans per 31 december 2018
(postgewijs)

Activa

Vaste activa
De vaste activa waarderen wij op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. We waarderen volgens de bruto-methode. Uitzonderingen hierop zijn bijdragen van derden die in directe relatie staan met het actief. Deze brengen wij direct in mindering als bijdrage. We schrijven af volgens de regels van onze financiële verordening.
Bij enkele activa vindt afschrijving plaats op annuïteitenbasis, omdat wij hiermee een gelijkmatiger verdeling van de kapitaallasten over de gehele levensduur verkrijgen (investeringen Vliegende Vaart, aanschaf woonwagens en enkele rioleringswerken). De hoofdlijn is dat wij in het investeringsjaar naar rato over het boekjaar afschrijven.

De rente verdeelden we over de programma’s op basis van de boekwaarde van de vaste activa aan het begin van het dienstjaar. Dit deden we met het geactualiseerde omslagpercentage. Voor enkele activaposten passen wij een vast percentage toe.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden activeren we als aan de volgende vereisten is voldaan:

  • Er is sprake van een investering door een derde.
  • De investering draagt bij aan de publieke taak.
  • De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen.
  • De gemeente kan de bijdrage terugvorderen, als de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden schrijven we af. De afschrijvingsduur is daarbij maximaal gelijk aan de verwachte gebruiksduur van de activa waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt.

De bijdragen aan activa in eigendom van derden waarderen we tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met de afschrijvingen.

Immateriële vaste activa (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Bijdragen aan activa in eigendom derden

857

912

Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief

18

0

De bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen bijdragen aan diverse sportverenigingen en stichtingen. De specificatie hiervan is:

Bijdrage aan activa in eigendom van derden (x € 1.000)

31-12-2018

Bijdr.kunstgr.veld MHC Olympia (dekk.res.kap.lst)

63

Bijdrage grondlaag kunstgrasveld voetbalacc.Hoek

57

Bijdrage toplaag kunstgrasveld voetbalacc.Hoek

51

Bijdrage grondlaag kunstgrasveld voetbalacc.Tern.

84

Bijdrage toplaag kunstgrasveld voetbalacc.Tern.

106

Bijdrage verlichting voetbalacc.Tern.Boys

25

Bijdrage kunstgrasveld KV Zaamslag

28

Verbouw kerk Westdorpe

333

Inrichting jeugdhonk Gregoriuscentrum Axel

9

Renovatie Grote Kerk Terneuzen

102

In 2018 activeerden we kosten voor onderzoeken naar leerlingenstromen in de kern Terneuzen. Ook deden we onderzoek voor onderwijshuisvesting in Hoek en de rivierenbuurt te Terneuzen. Deze onderzoeken ronden we in 2019 af.

Materiële vaste activa (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Investering met ec. nut waarvoor een heffing kan worden geheven

42.111

40.947

Investering met economisch nut: gronden uitgegeven in erfpacht

335

355

Investering met economisch nut: overige investeringen met econ.nut

110.436

113.578

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

44.214

43.178

Onderstaand een uitsplitsing van de materiële vaste activa:

Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Investeringen m.b.t. inzamelen huishoudelijk afval:

Vervoermiddelen

993

837

Machines, apparaten en installaties

416

246

Overige materiele vaste activa

12

25

Investeringen m.b.t. begraafplaatsen:

Gebouwen

28

29

Grond, weg, en waterb.kundige werken

63

74

Machines, apparatie en installaties

12

14

Investeringen m.b.t. rioleringen

Grond, weg, en waterb.kundige werken

40.587

39.723

Investeringen met economisch nut (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Strategische gronden

2.171

2.248

Investeringen met economisch nut (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Gronden uitgegeven in erfpacht

335

355

Gronden en terreinen

6.088

6.088

Woonruimten

825

938

Bedrijfsgebouwen

87.241

90.269

Grond-, weg en waterbouwkundige werken

7.896

8.009

Vervoermiddelen

1.660

1.307

Machines, apparaten en installaties

2.308

2.584

Overige materiële vaste activa

2.244

2.135

Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Grond-, weg- en waterb.kundige werken

44.205

43.178

Overige materiële vaste activa

9

0

De materiële vaste activa zijn uitgaven die een meerjarig nut hebben en die wij in meerdere jaren afschrijven.
De materiële vaste activa verdelen wij onder in materiële vaste activa met economisch nut, maatschappelijk nut en investeringen met economisch nut, waarvoor wij ter bestrijding van de kosten een heffing kunnen heffen. Dit als het investeringen zijn die wij grotendeels of meer doen voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval en begraafplaatsen.

Onder investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut verstaan wij investeringen in aanleg, reconstructies, verbetering en aanpassing van (inrichting) wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken.
Activa met een verkrijgingsprijs van meer dan € 5.000 activeren wij.
Investeringen in gronden en terreinen activeren wij zonder dat we hierop afschrijven.

Erfpachten waarderen wij op basis van de eerste verkrijgingsprijs. Erfpachten lopen 75 jaar of 30 jaar (sportvelden).
De investeringen in strategische gronden zijn gronden in voorraad, waarvoor nog geen plannen zijn. Eerder werden deze verantwoord onder als niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) bij voorraad bouwgrond.

Verdere informatie is terug te vinden in het overzicht verloop vaste activa.

Strategische gronden x € 1.000

31-12-2018

Kop van de Noordstraat Terneuzen

1

Voormalig terrein C-1000 Axel

216

Windlust II Hoek

189

WWC Emmabaan Koewacht

778

Beurtvaartkade Terneuzen

777

Torenberg II Zaamslag

197

Visserverkorting Westdorpe

13

De vermeerderingen van grond-, weg- en waterbouwkundige werken betreffen o.a. diverse rioleringswerkzaamheden en reconstructie diverse wegen volgens het Gemeentelijk Rioleringsplan en het Wegenprogramma.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen in jaren

a. Rioleringen

65

b. Nieuwbouw woonruimten en schoolgebouwen

40

c. Nieuwbouw kantoren en bedrijfsgebouwen

40

d. Nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsgebouwen

25

e. Renovatie, restauratie en aankoop woonruimten, en schoolgebouwen

25

f. Renovatie, restauratie en aankoop kantoren en bedrijfsgebouwen

25

g. Technische installaties in bedrijfsgebouwen

15

h. Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen

15

i. Telefooninstallaties

10

j. Automatiseringsapparatuur en software

5

k. Kantoormeubilair en schoolmeubilair

10

l. Motorvaartuigen

20

m. Zware transportmiddelen en schuiten

20

n. Aanhangwagens, personenauto's en lichte voertuigen

15

a. Parken, sportvelden en groenvoorzieningen

30

b. Wegen, pleinen en rotondes

30

c. Tunnels, viaducten en bruggen

30

d. Geluidswallen

30

e. Openbare verlichting, armaturen

20

Openbare verlichting, lichtmasten

40

f. Straatmeubilair

30

g. Havens, kades, sluizen en waterkeringen

30

h. Waterwegen, waterbergingen en walbeschoeing

30

i. Pompen en gemalen

15

Financiële vaste activa (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Kapitaalverstrekkingen

-

-

Leningen

-

-

Overige langlopende leningen

957

964

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een looptijd ≥ 1 jaar

-

-

Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier looptijd ≥ 1 jaar

-

-

Overige uitzettingen met een looptijd ≥ 1 jaar

668

668

De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten), de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa nemen wij onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking. Zo nodig brengen wij een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) waarderen wij tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Als de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, waarderen wij af naar deze lagere marktwaarde.

De kapitaalverstrekkingen en leningen zijn opgenomen tegen nominale waarde.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen.

De langlopende geldleningen hebben o.a. betrekking op leningen aan (sport)verenigingen of stichtingen.

De overige uitzettingen zijn de aandelen.

Overige uitzettingen (aandelen, x € 1.000)

31-12-2018

Delta

548

BNG

114

St.Adm.kant.Dataland

3

Econ.impuls Zeeland

4

Totaal Vaste activa

199.596

200.602

Voor een nadere specificatie van de boekwaarde van de vaste activa per 31 december 2018 en het verloop daarvan verwijzen wij naar het overzicht Verloop vaste activa.

Vlottende activa (x € 1.000)

Voorraden

31-12-2018

31-12-2017

De in de balans opgenomen voorraden worden als volgt uitgesplitst:

Grond-en hulpstoffen

-

-

Onderhanden werk, gronden in exploitatie (gronden met kostprijsberekening)

11.300

11.013

af: Exploitatieverliezen Bouwgrondexploitatie (vz)

-168

-382

De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG) verantwoorden wij met ingang van 2016 niet langer onder voorraden. Maar als strategische gronden bij investeringen met economisch nut. Deze brengen wij onder bij de materiële vaste activa.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie waarderen wij tegen de vervaardigingsprijs. Of tegen de lagere marktwaarde.
De vervaardigingsprijs zijn de kosten die wij aan de vervaardiging toe rekenen (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Dit geldt ook voor een aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.

Voor winstnemingen gebruiken we voor de lopende grondexploitaties met ingang van 2017 de zogenaamde ‘percentage of completion’ (poc) methode. Dit is conform de voorschriften van de commissie BBV. Deze methode van winstneming is een uitvloeisel uit de notitie Grondexploitaties 2016 van de commissie BBV. Door publicaties in 2017 en 2018 van de commissie BBV is de poc methode verder uitgewerkt en hanteren wij deze methode.

Voor zover wij gronden verkopen en opbrengsten realiseren wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de kosten en de opbrengsten winst genomen. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:

1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
2. De grond (of het deelperceel) is verkocht; én
3. De kosten zijn gemaakt (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Voor de gemeente Terneuzen ziet deze verplichting vooral toe op de complexen Terneuzen Zuid en Othene. In 2018 is als gevolg van hantering van deze methode € 0,3 miljoen tussentijds winst genomen.

Complexnaam
(Bedragen maal 1.000)

Boek-waarde 1 januari 2018

Vermeer-deringen

Vermin-deringen

Winst-neming

Boek-waarde 31 december 2018

Voorziening verlies-latend complex

Balans-waarde 31 december 2018

Geraamde nog te maken kosten

Geraamde nog te realiseren opbrengsten

Geraamd resultaat (nominale waarde)

Geraamd resultaat (contante waarde)

Einde exploitatie

Handelspoort-zuid

2.794

69

-170

0

2.692

-47

2.645

726

-3.238

134

-47

2025

Bedrijvenstraat Koegorspolder

8.929

563

-487

20

9.026

0

9.026

3.398

-14.195

-1.771

1.161

2024

Othene contractgebied

-2.113

3

0

278

-1.832

0

-1.832

1.673

0

-159

404

2021

Windlust I Hoek

104

26

-54

0

76

-14

62

-15

-46

1

-14

2019

Braakmanlaan Biervliet

618

20

0

0

638

-36

602

76

-668

9

-36

2026

Baljuwlaan Sluiskil

681

19

0

0

700

-71

629

98

-719

8

-71

2022

0

0

0

0

De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de inzichten van maart 2019 (herziening kostprijsberekeningen). Hierbij is uitgegaan van de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Dit betreft een inschatting die omgeven is door onzekerheden. Deze wordt periodiek (minimaal jaarlijks) herzien. De waardering in het volgende jaar kan zowel positief als negatief kan uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige informatie en inzichten de beste schatting gemaakt is.

Het college hanteert de volgende algemene uitgangspunten ten aanzien van haar schattingen:

  • rentepercentage bedraagt 2,69 %;
  • kostenindexatie bedraagt 3,00 %;
  • opbrengstenindexatie bedraagt 1,50 %;
  • de geplande afzet is gebaseerd op de inzichten van de herziening van de  kostprijsberekeningen van maart 2019. Hierbij is waar nodig zijn deze inzichten bij de jaarrekening geactualiseerd.

De risico’s zijn toegelicht in de paragraaf Grondbeleid en de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in het jaarverslag. De grootste risico’s ten aanzien van de huidige schattingen en de mogelijke uitkomst komen uit de volgende complexen: Handelspoort Zuid, Baljuwlaan, Windlust en Biervliet. Hiervoor is een voorziening exploitatieverliezen bouwgrond opgenomen.

De voorziening exploitatieverliezen bouwgrond is te beschouwen als een correctie op de boekwaarde van de gronden. Hierna volgt een overzicht van de Voorziening exploitatieverliezen bouwgrond.

Voorziening exploitatieverliezen bouwgrond

31-12-2018

Handelspoort Zuid

47

Baljuwlaan Sluiskil

71

Windlust I Hoek

14

Braakmanlaan/Schoollaan/Biervliet

36

Het onderzoek naar de mogelijke vestiging van een Veiligheidsoefencentrum, in welke vorm dan ook, is nog niet afgerond. Begin 2015 is de haalbaarheid van een internationaal centrum voor industriële, maritieme en ondergrondse veiligheid in Zeeland onderzocht. Met de projectpartners (Vigiles, BAM, H2K, Westerscheldetunnel, provincie Zeeland en gemeente Terneuzen) is overeengekomen de opzet te richten op de specialisaties ondergrondse veiligheid en industriële veiligheid. Hiervoor is op 17 maart 2017 in dit verband de coöperatie Schelde Safety Network UA opgericht.
Deze coöperatie gaat het veiligheidscentrum tot stand brengen, nadat voor de leden het beoogde dienstenpakket van training- en oefenactiviteiten gereed is. In februari 2016 is een businesscase “Veiligheidscentrum” kennis en trainingscentrum gereed gekomen. In deze businesscase houdt men rekening met een centrum dat in de startfase een oppervlakte van circa 5 hectare nodig heeft. Deze 5 hectare zijn in het regionaal bedrijventerreinenprogramma Zeeuws Vlaanderen opgenomen als bovenlokaal project. De realisatie is afhankelijk van marktomstandigheden wij schatten de kans op realisatie positief in.

Uitzettingen < 1 jaar (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Vorderingen op openbare lichamen

6.059

5.725

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist

-

-

Rekening-courant verhouding met het Rijk

-

2.470

Belastingen

2.002

2.046

Overige vorderingen

3.778

4.727

Voorziening dubieuze debiteuren

-1.369

-1.399

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar (vorderingen) waarderen wij tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is bepaald op basis van een combinatie van statische en dynamische waardebepaling.

In het bedrag van de vorderingen op openbare lichamen is begrepen de nog te ontvangen BTW-compensatiefonds 2018.

De doorbetalingsverplichting is opgenomen onder de kortlopende schulden.

In de voorziening dubieuze debiteuren is een bedrag opgenomen van € 1.023.042. Dit bedrag betreft het door een belastingplichtige bestreden bedrag van de aanslag precariobelasting 2018. Wij doteerden dit bedrag naar aanleiding van het oordeel van de Hoge Raad van 15 juni 2018 in de procedure precariobelasting 2015 van de gemeente Hulst. Wij melden dat belastingplichtige inmiddels (eind mei 2019) het bestreden bedrag van de aanslag precariobelasting 2018 heeft betaald.

Schatkistbankieren
Decentrale overheden zijn vanaf 15-12-2013 verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.

Gevolgen voor Terneuzen
Het drempelbedrag voor Terneuzen is € 1.137.000. (0,75% van het begrotingstotaal). Het bedrag hierboven moeten wij afromen naar de rijksschatkist. Dit is meerdere keren gebeurd. De vergoeding voor het aanhouden van middelen bij de schatkist is gebaseerd op het Eonia-tarief. Het gemiddelde rentetarief voor 2018 was 0 %. Over 2018 ontvingen we geen rentevergoeding. In 2018 overschreden we het gemiddelde drempelbedrag niet.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

(1)

Drempelbedrag

1.137

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

293

126

509

293

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

845

1.011

628

845

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

151.628

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

151.628

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Drempelbedrag

1.137

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

26.326

11.472

46.825

26.912

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

293

126

509

293

Liquide middelen (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Kassaldi

13

23

Banksaldi

-

193

De liquide middelen zijn tegen nominale waarde opgenomen.

Overlopende activa (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Voorschotten Europese overheidslichamen

-

-

Voorschotten Rijk

-

-

Voorschotten overige Nederlandse overheidslichamen

-

-

Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen

9.638

5.614

De overlopende activa zijn tegen nominale waarde opgenomen. Onder overlopende activa vallen onder meer de nog te ontvangen bedragen. De overlopende activa zijn, voor zover mogelijk, afgewikkeld.

Passiva

Eigen Vermogen

Reserves (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Algemene reserve

16.249

12.903

Bestemmingsreserves

27.316

27.074

Gerealiseerd resultaat

4.157

4.053

Reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die bedrijfseconomisch vrij te besteden zijn. Aan reserves kunnen wij een bepaalde bestemming geven, de bestemmingsreserves.

Algemene reserve
De algemene reserve heeft vooral een algemene bufferfunctie. Incidenteel vangen wij in de loop van het jaar via deze reserve tegenvallers op. De toename in 2018 is voornamelijk de toevoeging van een groot gedeelte van het jaarrekeningresultaat 2017.

Het saldo van de algemene reserve bedraagt per 31-12-2018:

€ 16.248.888

De toename van de bestemmingsreserves betreft vooral de toevoegingen aan de reserve bouwgrondexploitatie (winstnemingen), reserve nieuwe sluis en de reserve precariobelasting.

Daarnaast zijn er (per saldo) bedragen onttrokken aan de reserve sociaal domein en de reserve uitvoeringsprogramma wonen.

Een samenvattend overzicht van het verloop van de overige reserves en een toelichting hierop is als bijlage bij deze balanstoelichting opgenomen.

Resultaat
Het resultaat betreft het saldo van de rekening na verwerking van de door de raad genomen besluiten. Over 2018 bedraagt het voordelig saldo € 4.157.000. Bij de vaststelling van de jaarrekening doen wij een voorstel voor de verdeling/bestemming van dit saldo.

Voorzieningen (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's

7.731

6.107

Voorzieningen van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden

863

781

Voorzieningen waarderen wij op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.
De verminderingen in voorzieningen betreffen aanwendingen voor het doel waarvoor de voorziening is ingesteld.

De toevoegingen in 2018 betreffen onder andere de jaarlijkse herrekening van de verplichtingen voormalige ambtsdragers (APPA) en de voorziening wachtgeld voor gewezen wethouders.

Naar aanleiding van het oordeel van de Hoge Raad van 15 juni 2018 in de procedure precariobelasting 2015 van de gemeente Hulst vormden wij een risicovoorziening precariobelasting. Het bedrag van de risicovoorziening betreft het door een belastingplichtige bestreden bedrag van de aanslag precariobelasting 2016 en 2017.

Een samenvattend overzicht van het verloop van de voorzieningen en de toelichting hierop is als bijlage bij deze balanstoelichting opgenomen.

Vaste Schulden > 1 jaar (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Waarborgsommen van binnenlandse banken en ov.fin.instellingen

-

-

Onderhandse leningen van binnenlandse banken en ov.fin.instellingen

151.225

164.189

De rente over deze vaste schuld bedroeg in 2018 : € 5.791.651. Vaste schulden met een rentetypische looptijd langer dan één jaar waarderen wij tegen nominale waarde verminderd met gedane aflossingen.

In 2018 hebben we geen langlopende geldleningen afgesloten.

Vlottende passiva

Netto vlottende schulden < 1 jaar (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Kasgeldleningen

-

-

Banksaldi

4.817

-

Overige vlottende schulden

9.391

8.113

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar waarderen wij tegen nominale waarde. De netto vlottende schulden wikkelen wij binnen een jaar af.

Overlopende passiva (x € 1.000)

31-12-2018

31-12-2017

Nog te betalen bedragen

7.046

6.100

Voorschotten Europese overheidslichamen

-

-

Voorschotten Rijk

543

470

Voorschotten overige Nederlandse overheidslichamen

276

334

Overige vooruitontvangen bedragen

1.235

508

De nog niet bestede doeluitkeringen betreffen de van overheidswege vooruit ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel. Dit ter dekking van de lasten van volgende begrotingsjaren.
Voor een nadere specificatie van dit bedrag en het verloop hiervan verwijzen wij naar het 'Overzicht verloop uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel'.
De overige nog te betalen bedragen betreffen onder meer bedragen die wij nog moeten betalen, maar waarvoor wij nog geen factuur ontvingen. Deze bedragen zijn, voor zover mogelijk, afgewikkeld.

Saldo gewaarborgde geldleningen (buiten balanstelling)
Wij gaven garanties af voor betaling van rente en aflossing van bepaalde geldleningen. Dit betreffen leningen, aangegaan door woningbouw- verenigingen, instellingen in de gezondheidszorg en overige ten behoeve van de financiering van vaste activa. Met betrekking tot de woningbouwverenigingen gaven wij het risico door aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De gemeente heeft hierbij slechts een achtervangfunctie.
Het saldo van de ultimo 2018 gegarandeerde geldleningen bedraagt ca. € 129,2 miljoen. Dit bedrag is volgens de voorschriften buiten de telling in de balans opgenomen.
Een samenvattend overzicht van het verloop van de gewaarborgde geldleningen is als bijlage bij deze balanstoelichting opgenomen.

Daarnaast maken wij deel uit van de Gemeenschappelijke Regeling die garant staat voor het vreemd vermogen van de NV Zeeland Seaports. Het deel waarvoor wij garant staan bedraagt inclusief het deel van de garantstelling voor WarmCo2 € 91 miljoen.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Verplichtingen aan derden
Wij hebben voor € 22,2 mln. aan niet uit de balans blijkende verplichtingen opgenomen. Dit zijn verplichtingen waaronder (lease) contracten die nog een looptijd hebben van langer dan een jaar. Hieronder geven wij een overzicht van de niet uit de balans blijkende verplichtingen:

Niet uit de balansblijkende verplichtingen

Energie

1.469.673

203.702

1.265.972

0

0

ICT

1.497.195

0

866.404

630.791

0

Onderhoud 

738.419

546.723

0

191.695

0

Overige

2.450.978

0

347.586

2.103.392

0

Verbonden Partijen

5.346.054

0

0

5.346.054

0

Zorg

10.729.765

0

1.563.849

7.651.249

1.514.667

Eindtotaal

22.232.084

750.425

4.043.810

15.923.182

1.514.667

  • Energie, verplichtingen voor de levering van nutsvoorzieningen;
  • ICT, verplichtingen voor o.a. lease, licenties, internet en software;
  • Onderhoud, onderhoud lichtmasten en gebouwen;
  • Overige, verplichtingen voor levering van motorbrandstoffen en verzekeringen;
  • Verbonden partijen, dit betreft de bijdragen aan verbonden partijen voor werkzaamheden (OLAZ, Dethon);
  • Zorg, verplichtingen in het kader van de uitvoering van de WMO taken.

Vennootschapsbelasting
In het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen per 1 januari 2016, stemt de gemeente Terneuzen haar fiscale positie van het boekjaar 2016, 2017 en 2018 met de Belastingdienst af. Een aantal activiteiten van de gemeente Terneuzen zijn potentieel vennootschapsbelastingplichtig. Hieruit kan een vennootschapsbelasting-last voortvloeien. De omvang van de vennootschapsbelasting-last zal na afstemming met de Belastingdienst inzichtelijk worden. De gemeente Terneuzen is aansprakelijk voor de te betalen vennootschapsbelasting.  

Aansprakelijkstelling speelkooi Othene
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de gemeente, bij vonnis van 25 februari 2015 een dagelijkse sluitingstijd  van de speelkooi opgelegd, op straffe van een dwangsom van € 2.500 per dag bij nalatigheid door de gemeente, met een maximum van  € 130.000. De bezwaar makende omwonenden claimen de maximale dwangsom ad. € 130.000. De gemeente heeft contact met drie bezwaar makende omwonenden en stelt in gesprek te gaan met hulp behulp van  een mediator. Het bedrag van € 130.000 is geparkeerd op de derden rekening van AKD om beslaglegging te voorkomen. De wederpartij is nog niet tot beslaglegging overgegaan. Het maximale bedrag van € 130.000 kan eenmalig geclaimd worden. De openstelling en afsluiting van de speelkooi gebeurt sinds september 2017 door basisschool De Parel en beveiligingsbedrijf Delta Safe Security.

Niet uit de balans blijkende rechten

Vennootschapsbelasting
Met ingang van het boekjaar 2016 wordt aan de actiefzijde van de balans buiten balanstelling het bedrag opgenomen waarvan het recht bestaat op verliescompensatie op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Deze wet verstaat onder verliescompensatie het recht om een negatief belastbaar bedrag van een boekjaar te verrekenen met de belastbare winst van het voorafgaande jaar. Dit leidt tot een teruggave aan reeds betaalde vennootschapsbelasting. Op dit moment is verliescompensatie niet aan de orde.

ga terug