D. Financiering

D. Financiering

Inleiding

In deze paragraaf gaan wij in op de financieringsfunctie. Deze functie heeft als doel te voorzien in voldoende financieringsmiddelen tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, waarbij wij risico’s zoveel mogelijk beperken. Hiertoe dienen wij de behoefte aan geld in beeld te brengen en te relateren aan de investeringsplanning. Dit vereist zicht op de vrijvallende financieringsmiddelen en in relatie daarmee de noodzaak tot het aantrekken van financieringsmiddelen.

Risicobeheer

Renterisicobeheer
Uitgangspunten (wettelijke eisen) van het renterisicobeheer zijn onder andere dat wij de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, volgens de wet Fido, niet overschrijden.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is ingesteld als instrument om de renterisico’s over de vlottende schuld (looptijd < 1 jaar) te beheersen. De kasgeldlimiet was 8,5% over € 151.628.000 (totaal van de jaarbegroting) is € 12.888.000 (afgerond). Als deze kasgeldlimiet wordt overschreden dan dient de kortlopende schuld omgezet te worden in een langlopende schuld. Wij overschreden de kasgeldlimiet in 2018 niet. In de Wet Fido is geregeld dat in beginsel de gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal de kasgeldlimiet niet mag overschrijden. Een uitzondering op deze regel is dat indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschreden wordt de toezichthouder hiervan op de hoogte gesteld moet worden. Volgens de regelgeving is een tijdelijke overschrijding dus toegestaan. Er was in 2018 geen sprake van overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal.

Renterisiconorm
De renterisiconorm is ingesteld als instrument om de renterisico’s rondom de vaste schuld (langlopende leningen > 1 jaar) te beheersen. Renterisico op de vaste schuld lopen wij over het bedrag van de vaste schuld waarover renteherziening plaatsvindt en het bedrag van de vaste schuld dat wij moeten herfinancieren (contractuele en vervroegde aflossingen). Over dit bedrag kunnen wij een renterisico lopen, omdat wij een nieuwe (onzekere) rente moeten overeenkomen.

De wettelijke renterisiconorm is 20% van de stand van de vaste schuld aan het begin van het begrotingsjaar. Aan aflossingen is een bedrag van € 12.964.000 verantwoord. Van geen enkele langlopende geldlening konden wij het rentepercentage herzien. Wij overschreden in werkelijkheid de renterisiconorm niet.

Kredietrisicobeheer
Kredietrisico’s op verstrekte gelden kunnen voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij. Er was geen sprake van een waardedaling van onze vorderingspositie. De contractueel verschuldigde rente en aflossing van door ons verstrekte gelden werden op correcte wijze voldaan door de geldnemers.

Aan uitgezette langlopende geldleningen stond op 31 december 2018 een bedrag uit van € 849.000. Het bedrag aan uitgezette gelden per 31 december 2018 heeft betrekking op verstrekte leningen aan verenigingen en stichtingen binnen onze gemeente.

Het totale bezit aan aandelen N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), P.Z.E.M., DataLand en N.V. Economische Impuls Zeeland bedraagt € 668.000 (waardering tegen aankoopkoers). Daarnaast nemen wij deel in de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en de Stichting Zeeuwind. Het bedrag dat hiermee gemoeid is bedraagt ca. € 108.000.

De conclusie is dat wij nauwelijks kredietrisico’s lopen op de vaste uitzettingen. De uitgezette gelden hebben in alle gevallen een voorzichtig karakter en zijn niet gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s.

Intern liquiditeitsbeheer
Dit betreft het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning. Hierdoor kunnen de financieringskosten hoger uitvallen. Voor de liquiditeitspositie tot een jaar was een planning aanwezig. Deze actualiseerden wij dagelijks op basis van de geldstromen binnen de organisatie en de wijzigingen daarin. Voorop stond dat wij altijd aan onze betalingsverplichtingen konden voldoen. Hiervoor waren steeds voldoende geldmiddelen beschikbaar.

Koers- en valutarisicobeheer
Wij zijn geen belangrijke c.q. omvangrijke financiële transacties in vreemde valuta aangegaan. Daarmee zijn er geen koers- en valutarisico’s.

Renteomslagpercentage

De richtlijnen van de notitie rente van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording treden in werking met ingang van 2018. Wij passen deze notitie vanaf 2017 toe conform de commissie Besluit Begroting en Verantwoording. Hieronder geven wij inzicht in de rentekosten en -baten en het renteomslagpercentage.

Berekening renteomslagpercentage

Bedrag x € 1.000/ Percentage  

Externe rentelasten over korte en lange financiering

5.792

Externe rentebaten -/-

-31

Aan grondexploitatie toe te rekenen rente -/-

-286

Aan taakvelden toe te rekenen rente voor projectfinanciering -/-

Rentebaten specifieke leningen voor doorverstrekte geldleningen -/-

Rente over eigen vermogen

Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)

Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente -/-

-5.989

Rente (A)

5.475

Boekwaarde taakvelden (B)

199.638

Gemeentefinanciering

Financieringspositie
In 2018 zijn er 3 kasgeldleningen afgesloten. 1 kasgeldlening van € 6.000.000 tegen -/- 0,386%, 1 kasgeldlening van € 6.000.000 tegen -/- 0,385% en 1 kasgeldlening van € 5.000.000 tegen -0,385%.

Voor financiering konden we ook gebruik maken van de kredietfaciliteiten van de BNG bank. Als tarief hiervoor gold een 1-maands Euribor rentetarief+ 0,40 opslag. Euribor is de afkorting voor Euro Interbank Offered Rate en houdt het rentetarief in waartegen een grote hoeveelheid Europese banken, ook wel het bankenpanel, elkaar leningen verstrekken in euro's. Dit Euribor tarief schommelde in 2018 tussen de -/- 0,363 % en -/- 0,372%.

Leningenportefeuille
Wij konden geen langlopende geldleningen vervroegd aflossen. De totale restantschuld op 31 december 2018 bedraagt  € 151.225.000.

Relatiebeheer
Dit behelst het onderhouden van de relaties met financiële instellingen. De treasurer heeft regelmatig contact met verschillende banken waarmee wij een relatie hebben. De condities op producten en diensten geleverd door de financiële instellingen zijn marktconform en er was een permanente beschikbaarheid van bancaire en financiële diensten tegen vooraf overeengekomen kwaliteit en prijs.

Informatievoorziening

Wij verstrekten verantwoordingsinformatie over de treasury-activiteiten aan zowel interne als externe belanghebbenden.

Interne belanghebbenden
Met de begroting en het jaarverslag informeerden wij interne belanghebbenden (het bestuur, het management) over de treasury-activiteiten.

Externe belanghebbenden
Wij verstrekten informatie met betrekking tot de treasury-activiteiten aan de toezichthouder (Provincie Zeeland) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Provincie Zeeland
Naast de begroting en het jaarverslag verstrekken wij aan de Provincie Zeeland een opgave van de stand van de vaste schuld, de stand van de vaste uitzettingen, informatie over de renterisiconorm en de kasgeldlimiet.

CBS
Driemaandelijks verstrekken wij een opgave van de stand van het EMU-saldo aan het CBS.

Schatkistbankieren

Decentrale overheden zijn verplicht zijn om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.

Het drempelbedrag voor Terneuzen is € 1.137.000. (0,75% van het begrotingstotaal). Het bedrag hierboven moeten wij afromen naar de rijksschatkist. Dit is meerdere keren gebeurd. De vergoeding voor het aanhouden van middelen bij de schatkist is gebaseerd op het Eonia-tarief. Eonia is het gemiddelde rentetarief waartegen een selectie van Europese banken elkaar leningen verstrekt in euro's waarbij de leningen een looptijd hebben van 1 dag. Eonia kan dus beschouwd worden als het overnight Euribor tarief. Het rentetarief voor het schatkistbankieren voor 2018 was 0 %. Over 2018 is er geen rentevergoeding ontvangen. In 2018 is het gemiddelde drempelbedrag niet overschreden, zie hiervoor de tabel hieronder.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

(1)

Drempelbedrag

1.137

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

293

126

509

293

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

845

1.011

628

845

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

151.628

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

151.628

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Drempelbedrag

1.137

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

26.326

11.472

46.825

26.912

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

293

126

509

293

Wet Hof

De Europese eisen en afspraken over reductie van het begrotingstekort en staatsschuld vormen debasis van de wet Hof. Met de Wet Hof geldt per jaar een macroplafond voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen. De hoogte van het macroplafond wordt jaarlijks op basis van bestuurlijk overleg vastgesteld. Voor gemeenten bedroeg dit plafond in 2018 0,30% van het BBP (Bruto Binnenlandse Product). Het netto-financieringssaldo van alle gemeenten bij elkaar mag in een jaar niet boven dit plafond uitkomen. Het kabinet heeft de afspraak uit het financieel akkoord bevestigd dat er in deze kabinetsperiode tot en met 2018 geen sancties zullen worden opgelegd bij overschrijding van de ruimte. Ook voor de gemeente Terneuzen heeft dit dus geen gevolgen.

ga terug